5. Mixolydische modus
Dit is een modale toonladder die wordt gebruikt in muziek in majeur en mineur. In de G majeur, met de noten G, A, B, C, D, E en F.
De Mixolydische modus is een muzikale modus die wordt gebruikt in de westerse muziek. Hij is een van de oudste modi en wordt ook wel de “Grote Sekst” genoemd. De Mixolydische modus wordt gekenmerkt door het gebruik van de toonladder met tonen die een tritoon (of groot sekstakkoord) bevatten. De Mixolydische modus is gebaseerd op de diatonische toonladder en begint op de vijfde noot van de toonladder. Dit betekent dat de Mixolydische modus begint op de toon G als de diatonische toonladder op C begint. De Mixolydische modus heeft een melancholieke en emotionele klank en wordt vaak gebruikt in blues, rock en folk muziek.
6. Aeolische modus
Dit is een modale toonladder die wordt gebruikt in muziek in mineur; A mineur, met de noten A, B, C, D, E, F en G.
De Aeolische modus wordt gekenmerkt door een somber, melancholisch karakter en wordt vaak gebruikt in muziekstijlen zoals folk, blues en klassieke muziek. Het is ook bekend als de natuurlijk mineurmodus, omdat het dezelfde toonladder volgt als de natuurlijke mineurtoonladder, met als enige verschil dat de septiem in plaats van de tiende staat. De Aeolische modus wordt ook wel de “minor modus” genoemd, omdat het een van de twee modi is die gebruikt worden in de natuurlijke mineurtoonladder (de andere is de Dorische modus).
De Aeolische modus wordt vaak gebruikt in muziekstijlen die een melancholisch of introspectief karakter hebben, zoals blues, folk en klassieke muziek. Het wordt ook gebruikt in populaire muziek, zoals rock- en metalmuziek. Bekende voorbeelden van muziekstukken die in de Aeolische modus geschreven zijn, zijn “House of the Rising Sun” van The Animals en “Stairway to Heaven” van Led Zeppelin.
7. Locrie modus
Is een muzikale modus die lijkt op de natuurlijke mineurtoonladder, maar met een verminderde kwint in plaats van een perfecte kwint. In de toonsoort B mineur zou de Locrian modus bestaan uit de tonen B, C#, D, E, F#, G en A. De Locrian modus is de zevende en laatste modus van de majeur toonladder en staat bekend om zijn dissonante, onstabiele klank. Hij wordt in de westerse muziek niet vaak gebruikt als zelfstandige modus, maar vaak in de context van modale uitwisselingen of als voorbijgaande modus in complexere composities.
Modale toonladders kunnen worden gebruikt om muziek te componeren en te arrangeren door een bepaald patroon van noten te volgen in plaats van de diatonische toonladder. Dit kan leiden tot unieke klankkleuren en emotionele expressie in muziek.